In veel organisaties wordt er tegenwoordig ‘gescrumd’. Hiermee bedoelen ze dat teams werken volgens de scrum methodiek. Theoretisch gezien is scrum helemaal niet moeilijk. Het scrum framework onderscheidt namelijk: drie rollen, drie ‘artefacten’ en vijf events.
In deze blog lees je:
De eerste rol is die van product owner. De product owner is ‘eigenaar’ van een product of dienst. Alle wensen die hij heeft ten aanzien van de ontwikkeling, verzamelt hij op de ‘product backlog’. Die bedenkt hij niet allemaal zelf, maar inventariseert hij ook bij andere belanghebbenden, zoals bijvoorbeeld management, gebruikers en/of klanten. Vanuit al deze wensen bepaalt hij wat prioriteit heeft en wat niet. De product owner is altijd één persoon, die mandaat heeft gekregen vanuit het management om beslissingen te nemen ten aanzien van het product of dienst.
Het development team gaat aan de slag met de wensen van de product owner. Het team bestaat uit 3-9 personen, die verschillende functies hebben. Samen hebben ze de benodigde expertise in huis voor ten minste 80% van het werk dat moet gebeuren. Voor de overige 20% kunnen ze tijdelijk hulp in schakelen. Het team is zelf organiserend en kent geen ‘titels’ zoals junior of senior. Iedereen heeft de naam ‘development teamlid’.Tot slot is er de rol van scrum master. Deze persoon werkt niet mee en neemt ook geen beslissingen ten aanzien van het product. Wat hij wel doet, is dat hij het ‘scrummen’ faciliteert. Hij zorgt ervoor dat er volgens de regels gewerkt wordt, dat iedereen zich aan zijn rol houdt en ruimt obstakels voor het development team uit de weg. Daarnaast heeft hij functie als opleider, voor zowel het scrum team (product owner, developement team en scrum master samen) als de rest van de organisatie.
Het woord artefacten blijft een beetje vreemd, maar zo wordt het in de Scrum Guide nou eenmaal genoemd. Het verwijst naar een drietal ‘elementen’. De product backlog is een lijst met wensen erop, ook wel ‘user stories’ genoemd. Dit zijn features, die gebruikers, klanten of andere belanghebben graag zouden willen van het product of dienst. De product owner haalt deze op en zet ze in volgorde van belangrijkheid op de product backlog. De story die als eerste opgepakt moet worden, staat dan bovenaan.
Op de sprint backlog staat al het werk wat gedaan wordt in één sprint. Het wordt ook wel het scrum bord of kanban bord genoemd. Dit bord heeft drie vlakken, TO DO, DOING & DONE. Tijdens de sprint verspringen acties op dit bord, zodat iedereen precies weet wat de status van bepaalde werkzaamheden zijn.
Het increment is zoals als ‘werkend product’. Het streven van een scrum team is om aan het einde van de sprint iets op te leveren, wat ook daadwerkelijk uitgeprobeerd kan worden. En dat noemen we het ‘increment’.
Er wordt gewerkt in ‘sprints’, een afgebakende periode van 2-4 weken. Voorafgaand aan de sprint vindt de sprint planning plaats. Hierin bekijken de product owner en het development team samen de product backlog. De product owner licht de items die erop staan toe en het team kijkt welke items ze de komende sprint gaan oppakken. Gezamenlijk spreken ze een sprint doel af.
Gedurende de sprint houdt het development team elke dag een daily stand-up. In deze 15 minuten durende meeting vertelt iedereen kort waar hij/zij zich de komende 24 uur mee bezig gaat houden en of ze problemen voorzien. Op deze manier weet iedereen van elkaar wat er speelt.
Aan het eind van de sprint vinden er nog twee meetings plaats, de sprint review en de sprint retrospective. Tijdens de sprint review wordt het werk wat is gedaan tijdens de sprint, door het development team gepresenteerd aan de product owner. Die geeft dan zijn feedback. De product owner kan ook andere belanghebbenden (bv. klanten of gebruikers) uitnodigen bij de review, zodat zij ook feedback kunnen geven.
Waar de review meer een inhoudelijke evaluatie is van het gedane werk, is de retrospective een meeting waar de samenwerking geëvalueerd wordt. Hierbij zijn zowel het development team, als de scrum master en product owner aanwezig. Samen kijken ze naar wat goed ging en wat beter kan. Minimaal één concrete verbetering wordt meegenomen in de volgende sprint. Ook goede manier om dit te doen is met behulp van Liberating Structures.
Zoals je ziet is de theorie achter het scrum framework niet zo ingewikkeld. Het lastige zit hem vooral in de toepassing ervan. Wil je meer weten over scrum en ervaren hoe een sprint daadwerkelijk gaat? Kijk dan ook eens bij onze (agile) scrum training!
De 14 management principes van Toyota vormen de basis van het Toyota Production System (TPS), waaruit lean is ontstaan. Lees hier meer!
Leer hoe je berekeningen maakt die je helpen om processen te begrijpen. Bijvoorbeeld de doorlooptijd en de proces efficiency.
Het VUCA model wordt toegepast in verschillende sectoren. Het is een tool die je helpt te bepalen wanneer je welke acties onderneemt.